Een opvallend gegeven, dat gaande het onderzoek naar voren kwam, is dat een aantal verzamelaarsportretten door dezelfde kunstenaar is gemaakt. Een gegeven waar naar mijn mening niet ongemerkt aan voorbij gegaan kan worden. Om die reden worden hier enkele voorbeelden als casus behandeld.
De praktijk van de kunstenaar
Een belangrijke algemene drijfveren om zich te laten portretteren waren trots op de familie, status en welvaart. Voor verzamelaars zullen het laten zien van status en welvaart vooral factoren geweest zijn om een portret te laten vervaardigen. Ze zullen immers trots geweest zijn op hun verzameling en dit door middel van het portret willen tonen, onder andere door hun collectie prominent in beeld te laten brengen. Voor sommigen zal ook hun rol als mecenas een belangrijke rol hebben gespeeld.
Het laten vervaardigen van een portret was voornamelijk weggelegd voor de maatschappelijke bovenlaag van de samenleving. Om dit te kunnen betalen moest men beschikken over een zekere welstand. De verzamelaars moeten dus behoord hebben tot de bovenlaag van de samenleving, aangezien zij van een dergelijke welstand waren dat zij ook een collectie konden aanleggen en zich daarmee konden laten vereeuwigen.
Het achttiende-eeuwse portret diende als spiegelbeeld dat recht gedaan moest worden. Het kon aanleiding geven tot vervolmaking aangezien zelfverbetering een belangrijk kenmerk is van de achttiende eeuw. De achttiende-eeuwse portretten geven een beeld van hoe de achttiende eeuwer zichzelf zag. De gebaren, houdingen, kleding en attributen maken in zijn geheel uit van een verfijnd repertoire aan mogelijkheden tot innerlijke en uiterlijke beschaving. Men streefde ernaar het decorum te cultiveren in zowel het leven als de kunsten. Dit collectieve streven naar harmonie en zelfverbetering had ook zijn weerslag in de vele genootschappen zoals Felix Meritis.
Aert Schouman en zijn verzamelaarsportretten voor zowel Cornelis van Lill en Pieter en Jan Bisschop
De kunstenaar Aert Schouman heeft zeker elf verzamelaarsportretten vervaardigd van verschillende verzamelaars . Zijn vroegst bekende verzamelaarsportret stamt uit 1735 en is een portret van de Dordtse verzamelaar Cornelis van Lill. Dit betreft een tekening die als voorstudie diende voor een schilderij uit hetzelfde jaar, waarop zowel de verzamelaar als de schilder is afgebeeld. Schouman portretteerde Van Lill nogmaals, ook dit is een tekening die gedateerd wordt tweede kwart achttiende eeuw. De houding van Van Lill is nagenoeg gelijk aan het andere portret, alleen is Van Lill hier als individu afgebeeld. In zijn linkerhand houdt Van Lill een streng garen – als garenhandelaar had hij furore gemaakt - in zijn rechterhand heeft hij een vergrootglas vast. Hiermee verwijst Schouman naar het verzamelaarschap van Van Lill. Het vergrootglas is een hulpmiddel bij de bestudering van kunstwerken, zo zal hij dat gebruiken om het schilderij dat links naast hem op tafel staat te bestuderen. Het is onduidelijk of deze tekening ook een voorstudie is voor het schilderij uit 1735 of als een losse studie beschouwd moet worden. Uit aantekeningen van Schouman zelf blijkt namelijk dat hij betaald is door Van Lill voor twee portretten, waarvan er nu nog maar één bekend is. Schouman maakte nog een ‘Kabinetstukje’ van Van Lill zo blijkt uit Johan van Gool’s De nieuwe schouburg der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen uit 1751. Ook van dit schilderij is de verblijfplaats niet bekend.
Het vergrootglas is een hulpmiddel bij de bestudering van kunstwerken, zo zal hij dat gebruiken om het schilderij dat links naast hem op tafel staat te bestuderen.
Van de Rotterdamse broers Jan en Pieter Bisschop vervaardigde Schouman zowel een verzamelaarsportret in aquarel als een schilderij. De aquarel is verloren gegaan tijdens het bombardement op Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het schilderij, waarop ook hun vriend Olivier Hope is afgebeeld, bevindt zich in een privéverzameling. Op dit schilderij is Hope op bezoek bij zijn vrienden de Bisschops. De beide broers laten hem een aantal objecten uit hun collectie zien, waarover zij in gesprek lijken te zijn. De beide broers zijn hier al aardig op leeftijd en misschien hebben ze daarom besloten zich te laten portretteren ter gelegenheid van deze gebeurtenis. De gebroeders Bisschop hadden een apart huis aan de Leuvenhaven waar zij hun verzameling opgesteld hadden. Het is mogelijk dat Schouman ze daar geportretteerd heeft.
In het geval van Schouman is er geen duidelijk aanwijsbare reden waarom hij meerdere portretten van deze verzamelaars heeft gemaakt. Misschien omdat hij meerdere verzamelaarsportretten vervaardigde, heeft hij hiermee naam gemaakt en werd hij daarom ook door andere verzamelaars gevraagd. Maar een duidelijke (vriendschappelijke) relatie tussen kunstenaar en de verzamelaars lijkt hier niet aanwezig te zijn geweest.